Als Nederland niet zo klein was had ik nu waarschijnlijk een enorme jetlag.
Van Brabant via Flevoland en Limburg kwamen we in Friesland. Maandag word ik Renkum verwacht. Of all the capitals in the world.
De eerste 4 weken zitten erop, we zijn op de helft.
Op zaterdagavond pak ik mijn koffer uit. En op zondagavond pak ik em weer in. In de huiskamer staan overal onuitgepakte verhuisdozen en in de keuken alleen maar vuile glazen. In de slaapkamer slingeren handdoeken en kleren die op een rondje in de wasmachine wachten. Aan een deur hangt een rekje vol gedroogde was. In de koelkast staat een eenzame fles cola. Ik heb zelf een chronisch slaaptekort.
Iemand die het weten kan, zei dat ik een beetje rock 'n roll leef. Dat vind ik keistoer natuurlijk. Maar zelf heb ik meer het gevoel dat ik op een andere planeer woon. Planeet Tegen De Klok. En op die planeet krijg je maar weinig mee van aarde. Bomaanslagen, aardbevingen, hittegolven, amerikanen op fietsen; geen idee. Ook gaat langs me heen dat S. het druk heeft met belangrijke papierzaken, dat W. haar buik steeds ronder wordt, dat T. ziek thuis was en waar B. uithangt begrijp ik al weken niet. En iedereen gaat op vakantie, maar is al weer terug voordat ik uberhaupt in de gaten had dat ze weg waren. Het mag bijna een wonder heten dat ik de bruiloft van R&B wel meemaakte.
Dit soort momenten lijken niet geheel geschikt voor een uitje op de zaterdagavond. Lijken. Want god knows dat een extra uithuizigheidje welkom is.
Een avondzonnetje en een park, een glas rose, fryske dumkes en fijn gezelschap, een piano en een dijk van een stem. En natuurlijk een contrabas.
Even rust. Even terug op planeet Aarde.
Fjoe.