Ik ben dus drukdoende om gitaar te leren spelen. Ongeduldig als ik ben, wil ik natuurlijk eigenlijk meteen een liedje kunnen spelen. En dat terwijl ik de accoorden niet eens ken. Laat staan dat ik weet hoe ik ze over moet pakken. ?t Enige dat er tot nu toe aan bekend riedeltje uit mijn vingers kwam, zijn de eerste 4 klanken van Nothing Else Matters van Metallica maar zoals iedereen die wel eens een gitaar heeft vastgehouden weet, is dat nou niet echt een prestatie.
Vraag blijft hoe je in vredesnaam een liedje leert spelen. Gitaristen en andere mensen die er in mijn ogen verstand van hebben, zeggen dat je goed moet luisteren naar liedjes en dan in je hoofd de klanken moet onthouden en net zo lang gaan zitten pielen en klooien totdat je het goed hebt. Ik heb daar een hard hoofd in (eigenwijs). Ik hou best van klooien en pielen maar dan moet het wel resultaat hebben, uiteindelijk. Ik heb dus liever een boekje waarin staat dat je je vingers zus en zo moet houden voor dat en dat liedje en dat ik dat dan ga proberen net zolang tot dat het klinkt zoals op de plaat.
Juist. ha! Dream on claver!
Ik heb namelijk een boek aangeschaft waarin liedjes staan die ik allemaal wel wil kunnen spelen. Misschien was het uit mijn log nog niet helemaal duidelijk geworden, maar ik ben al een aantal jaren een groot liefhebber van twee knapen voor wie de media speciaal de phrase ?twee jongens die niet wisten wat ze overkwam en toch zijn ze zo gewoon gebleven? heeft uitgevonden. Acda en de Munnik, heten ze. U kent ze waarschijnlijk wel van die ene hit Niet of Nooit geweest (volgens mij van de minst fijne nummers uit hun repertoire maar dat geheel terzijde). Waarom ik ze zo leuk vind, is mij zelf soms ook een raadsel. Want eigenlijk vind ik hun muziek veel te soft. En als cabaretiers (want dat zijn het eigenlijk, oh ja? ja, dat schijnt) vind ik ze ook niet bijster geestig. Ze kunnen een leuk verhaal vertellen, daar niet van. Maar ik vind ze niet dijenkletsend grappig.
Toch zijn hun muziek en vooral de bijbehorende teksten somewhere along the way in m?n systeem gaan zitten en gaan ze er nooit meer uit. Misschien komt het omdat ze van elk liedje een afgerond verhaal weten te maken, dat ze de gedachten waar ik mezelf wel eens op betrap op dusdanig briljante manier weten te verwoorden dat ik er goon naar moet blijven luisteren. Dat ze beide een meester zijn in het mooi achterelkaar zetten van woorden uit de nederlandse taal en dat het dan ook nog ergens over gaat. Ik weet het niet. Kan mijn vinger er niet precies op leggen. Ik weet wel dat hun muziek uitermate geschikt is om mee te zingen tijdens vervelende huishoudelijk klusjes. Dat is ook belangrijk.
Afijn, deze twee jongens dus, hebben hun werk van de afgelopen jaren verzameld in een boek. Theaterteksten en accoorden van hun liedjes. Trilogie heet het. Dit naar aanleiding van de drie theaterprogramma?s die ze tot nu toe speelden en waar nu een eind aan komt. Die drie voorstellingen houden namelijk verband met elkaar en vertellen het verhaal van de vrienden De Pianist en De Dichter die elkaar keer op keer tegen blijven komen. Hadden ze in het eerste programma (Zwerf ?on) nog jongensdromen en keken daar ze in het tweede programma (Deel II, Life Is What Happens While You?re Busy Making Other Plans- John Lennon) op terug, in het derde programma (Deel III It?s Only Cabaret But I Like It) nemen ze afscheid van elkaar. Hun dromen zijn allemaal uitgekomen, wat ze in hun theaterprogramma?s verzonnen, gebeurde in het echte leven en dus is het tijd voor iets nieuws. Maar dat heeft u ook allemaal in de interviews en recensies kunnen lezen.
En dus fietste ik gisterenmiddag naar de stad om niet alleen een pakje nieuwe snaren aan te schaffen, maar ook dat boek. Thuisgekomen sloeg ik het uiteraard onmiddellijk open bij mijn favo nummers om te kijken hoe dat nou in elkaar stak. Maar ik kan helemaal geen noten lezen. En de liedjes die ogenschijnlijk eenvoudig klonken, blijken onwijs moeilijk op papier! Hmpf.
Ik wil dat iemand het voordoet.
Gelukkig spelen Thomas en Paul hun Trilogie op dit moment ook in Carre en ga ik morgen kijken. En hoewel mijn voorkeur eigenlijk uitgaat naar het pianospel van Die Ene, zal ik morgen vooral op de vingers van Die Andere letten. Als iemand het dan voordoet, dan moet De Dichter het zelf maar zijn.